The word of 17 October 2009 was:
ochtendhumeur
(het) och·tend·hu·meur (zelfstandig naamwoord)
= morning mood, moodiness after waking up
ochtend = morning
humeur = mood, humour, temper, here used with a negative connotation
"Vroeg opstaan is niet haar ding, geeft ze als verklaring. Een gesprek met haar vriend tijdens het ontbijt is haar al te veel – haar ochtendhumeur kan alleen de aanwezigheid van kat Lotje verdragen." – Yvonne Doorduyn & Elsbeth Stoker, in: de Volkskrant (2008)
"Gemopper, gemekker, gezanik en gezeur Dat is bij ons thuis elke morgen strijk en zet Ze komen duf en chagerijnig uit hun bed Het hele stel is aangebrand Er wordt gekibbeld om de krant Zelfs de hond kijkt sloom over het randje van z'n mand Iedereen is in mineur Er wordt geslagen met de deur Ze hebben allemaal een kanjer van een ochtendhumeur" – Robert Long, in: Kinderen voor Kinderen 6 (1985)