het woord van vandaag – words

zelfstandig naamwoord

– afkorting (2022-12-23)
– beeldtaal (2022-04-19)
– bekentenis (2018-08-09)
– bibliotheek (2017-06-11)
– biecht (2020-07-02)
– bloemlezing (2011-12-19)
– boekenlegger (2014-05-10)
– chocoladeletter (2024-12-05)
– contaminatie (2018-09-25)
– cryptogram (2011-04-05)
– dichtbundel (2022-02-07)
– dichter (2021-11-19)
– doordenkertje (2014-01-30)
– enkelvoud (2022-11-20)
– gebaar (2022-07-30)
– gebarentaal (2021-08-05)
– gebarentolk (2022-02-03)
– gedicht (2022-08-06)
– geklets (2019-08-10)
– geleuter (2016-09-22)
– gelul (2018-07-30)
– gemeenplaats (2016-07-04)
– geroezemoes (2010-10-24)
– gerucht (2019-04-23)
– gezanik (2016-07-14)
– gezeik (2024-04-01)
– gezwets (2014-08-11)
– grootspraak (2020-11-07)
– i-grec (2010-08-07)
– inspraak (2015-08-06)
– kletsmajoor (2012-06-29)
– koosnaam (2011-09-19)
– krachtterm (2022-05-29)
– leesteken (2017-05-15)
– leus (2017-02-16)
– lidwoord (2024-09-02)
– lulverhaal (2017-01-17)
– medeklinker (2025-09-18)
– meervoud (2023-04-15)
– nadruk (2012-10-02)
– opsomming (2016-02-23)
– opstel (2020-01-13)
– prietpraat (2020-10-27)
– puntkomma (2025-08-25)
– redactie (2025-05-23)
– roddel (2017-12-02)
– roman (2015-03-12)
– ruggespraak (2015-06-29)
– scheldwoord (2016-05-02)
– schreef (2018-02-15)
– smartlap (2023-04-22)
– spraakgebrek (2016-12-27)
– spreekbeurt (2024-04-11)
– spreekvaardigheid (2019-10-17)
– spreekwoord (2017-01-22)
– spreuk (2016-12-12)
– sprookje (2019-05-07)
– stopwoordje (2016-11-15)
– stripverhaal (2020-01-11)
– talenknobbel (2017-09-21)
– tolk (2021-08-15)
– trefwoord (2023-02-06)
– uitroepteken (2023-01-24)
– verbastering (2017-02-26)
– verhaspeling (2013-05-02)
– verspreking (2021-02-18)
– vloek (2018-10-04)
– voertaal (2014-05-12)
– voorspraak (2017-12-31)
– woordenschat (2013-01-20)
– woordspeling (2011-05-01)
– zwartepietendiscussie (2018-11-18)

bijvoeglijk naamwoord

– belezen (2020-03-13)
– overdrachtelijk (2012-01-20)
– schreefloos (2019-12-06)
– spraakmakend (2025-09-12)
– spraakzaam (2012-05-21)
– volmondig (2020-03-23)

afkorting

– ABN (2014-01-03)
– d.w.z. (2014-09-28)

eigennaam

– Dikke Van Dale (2022-03-30)

spreekwoord

– waar het hart van vol is, loopt de mond van over (2016-11-30)

uitdrukking

– aan de praat raken (2024-02-07)
– aan het eind van zijn Latijn zijn (2022-02-09)
– bij wijze van spreken (2014-06-11)
– de mond vol hebben van (2016-10-19)
– dikke pil (2014-05-07)
– een praatje maken (2023-10-18)
– in de rede vallen (2022-08-10)
– in de volksmond (2015-10-14)
– naar de mond praten (2017-05-10)
– native speaker (2009-12-25)
– praatjes hebben (2024-04-03)
– te spreken zijn over (2018-08-15)
– ter sprake brengen (2021-09-29)
– uit de school klappen (2014-02-12)
– valse vriend (2010-01-16)
– zeggen waar het op staat (2015-06-10)
– zijn zegje doen (2017-03-08)

werkwoord

– aaneenschrijven (2016-06-24)
– aankaarten (2019-03-24)
– afkorten (2023-04-17)
– afluisteren (2023-03-19)
– afzeiken (2011-09-02)
– babbelen (2010-03-26)
– beantwoorden (2023-12-21)
– bekennen (2017-10-29)
– bekvechten (2024-12-24)
– bevelen (2023-04-02)
– brabbelen (2014-04-21)
– dichten (2015-08-24)
– fluisteren (2015-11-21)
– inspreken (2020-05-08)
– jokken (2010-01-27)
– kakelen (2018-01-15)
– kankeren (2017-12-10)
– keuvelen (2015-02-15)
– kibbelen (2023-04-09)
– kletsen (2016-04-15)
– kwekken (2018-09-07)
– kwetteren (2017-10-14)
– lallen (2016-11-28)
– leuteren (2017-04-28)
– lullen (2017-10-16)
– mokken (2010-02-21)
– opstellen (2019-08-16)
– ouwehoeren (2012-02-24)
– plagiëren (2018-12-28)
– pleiten (2016-10-14)
– prevelen (2021-08-16)
– redigeren (2025-06-10)
– rondbazuinen (2017-01-30)
– schelden (2019-06-04)
– slissen (2015-04-13)
– smoezen (2019-01-26)
– snateren (2022-11-27)
– tetteren (2017-07-29)
– toelichten (2016-03-04)
– tutoyeren (2010-06-28)
– uitdrukken (2016-11-14)
– verbasteren (2010-04-29)
– verhaspelen (2011-10-31)
– verkondigen (2016-07-30)
– vervoegen (2015-12-26)
– verzwijgen (2020-07-26)
– vloeken (2011-06-04)
– voordragen (2025-04-15)
– vousvoyeren (2013-02-12)
– zaniken (2019-02-02)
– zeveren (2019-06-15)
– zwammen (2025-01-31)
– zweren (2018-04-28)
– zwetsen (2021-04-06)

Words by topic:
aardrijkskunde (geography)
bedrijf en economie (company and economy)
België (Belgium)
boek en typografie (book and typography)
defensie en oorlog (defense and war)
dieren (animals)
eten en drinken (food and drinks)
familie (family)
fiets (bicycle)
geld (money)
gereedschap (tools)
het menselijk lichaam (the human body)
het weer (the weather)
humor (humour)
in de badkamer (in the bathroom)
in de keuken (in the kitchen)
in de tuin (in the garden)
insecten (insects)
kerst (Christmas)
kleding (clothing)
kleuren (colours)
klimaat en milieu (climate and environment)
onderwijs (education)
oud en nieuw (New Year)
Pasen (Easter)
planten (plants)
politiek en bestuur (politics and administration)
recht (law)
religie (religion)
scheldwoord (name calling)
schimmels (funghi)
seizoenen (seasons)
seksualiteit (sexuality)
sinterklaas (Saint Nicholas)
sport (sport)
taal en spraak (language and speech)
tijd (time)
varen (water navigation)
vis (fish)
vogels (birds)
werk en beroep (work and profession)
wetenschap (science)
ziekte en gezondheid (sickness and health)
zoogdieren (mammals)