- – ontplooiing (30-4-2020)
- – op de loer liggen (29-4-2020)
- – verkoudheid (28-4-2020)
- – vergelden (27-4-2020)
- – inenting (26-4-2020)
- – hefboom (25-4-2020)
- – jennen (24-4-2020)
- – smaad (23-4-2020)
- – poolshoogte nemen (22-4-2020)
- – plooi (21-4-2020)
- – kauw (20-4-2020)
- – dulden (19-4-2020)
- – koortslip (18-4-2020)
- – gezet (17-4-2020)
- – vergoeding (16-4-2020)
- – kou vatten (15-4-2020)
- – raadsel (14-4-2020)
- – ambacht (13-4-2020)
- – afpersen (12-4-2020)
- – kogel (11-4-2020)
- – enigerlei (10-4-2020)
- – verantwoordelijkheidsgevoel (9-4-2020)
- – het water in de mond lopen (8-4-2020)
- – vermijden (7-4-2020)
- – kriek (6-4-2020)
- – doorgronden (5-4-2020)
- – zwaartekracht (4-4-2020)
- – plezant (3-4-2020)
- – marteling (2-4-2020)
- – voor de gek houden (1-4-2020)